Brief aan minister Schippers-vraag om hulp!

BRIEF AAN MINISTER SCHIPPERS.  Hieronder extra schrijven aan mevr Schippers. Het antwoord hierop was. Uw heeft u gevoelens heel mooi verwoord Het zijn hele ernstige zaken! De agenda liet het niet toe: En onze vader werd opnieuw geadviseerd de klachten te melden bij de igz. Maar daar lagen ze al lang! Hoe heeft dit zo uit de hand kunnen lopen?

Geachte mevr Schippers,

Hierbij stuur ik u een openbrief, met daarin een uitnodiging en de vraag om hulp.
Er gaat veel mis in de gezondheidszorg, en u als minister doet er alles aan om dit registreren en te behandelen.
Deze open brief gaat in eerste instantie naar u persoonlijk, eventueel ook media.
Heb hulp nodig, en wil u op de hoogte stellen van oncorrect handelen verpleeghuis.
Men probeert zelfs mijn fam en bewindvoerder steun en toeverlaat te betichten en beschuldigen van oncorrect handelen, terwijl men zelf zorg onthoud.

Verblijf in verpleeghuis ................, onderdeel van .......................
Voel me er niet thuis, en moet vechten voor behandeling en zorg.
Valse beschuldigingen, afnemen van eigendom, betalingen en handelen tegen wettelijke bepalingen in. Te veel om op te noemen.
Mijn dochter en fam hebben al meerder klachten gemeld bij uw Ministerie.
Het enigste wat we willen is goede zorg, en een plek waar ik me thuis voel, verzorging krijg, geen angst hoef te hebben. En u kunt mij daarbij helpen.
Dit is een oproep aan u om hulp, en uitnodiging voor gesprek.

Mijn adres:....................................................

Dit schrijven is in vertrouwen en aan u gericht.

Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Een hand die vraagt om vertrouwen en hulp.

U ziet mij niet wanneer ik dagelijks in mijn stoel 3 hoog,

de wereld aanschouwen moet vanachter mijn raam.

Maar ook ik ben een mens met een leven achter zich.

Ook ik ben en mens met liefde en gevoel.

Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Heb angst en wil naar huis, ben ziek en vraag om hulp.

Een gevallen mens, die gevonden moest worden

toen ik al tijden op de grond lag.

Men niet wist hoe lang, ik was zo koud.

Geachte minister, neem mijn hand.

Heb veel vrienden en familie verloren, maar heb mijn kind,

mijn grote steun en toeverlaat.

Die voor en met mij handeld als ik ziek ben,

geen arts het nodig acht te komen.

Waar ik mijn gevoelens kan uiten, mijn angsten kan bespreken,

lief en leed kan delen.

Geachte minister, neem mijn hand.

Jaren geleden was ik ziek, kreeg ik stempel, uitbehandeld,

eindstadium dementie.

Had longonsteking wilde medicijen en beter worden.

Nu nog steeds ben ik hier.

Ik betaalde mijn eigen toiletpapier verpleeghuis,

overzicht boodschappengeld krijg ik niet.

Sinds mijn dochter voor me wast heb ik schonen kleren aan, en hoef ik niet in jogging pak.

Mag ik kiezen wat ik dragen wil.

Geachte minister houd nog vast mijn hand.

Ik vraag nog wat van u tijd.

Ben ongelukkig wil hier weg, als het niet anders kan er elders geen plek dan mag ik weer naar huis.

Wil dat u weet hoe het gaat in de zorg.

Ben inmiddels een nummer die zijn tijd heeft gehad.

Geachte minister laat nog niet los mijn hand.

De tafels hier zijn zo hoog.

Maar nu ze mijn steun en toeverlaat betichten van ouderenmishandeling omdat diegene voor me op komt en zaken belicht

en aan de kaak stelt, gaat te ver.

Ik draai met al mijn kracht de tafel om met de poten omhoog, zodat ieder kan zien wat eronder zit.

Geachte minister, ik smeek u om hulp

Kom bij me langs, neem tijd voor mij, die er nu vaak niet is.

Wil hier weg, voel me niet op mijn plek, hierachter het raam.

Niet alles kan ik vertellen, en ja ben soms wat in de war.

Maar ben ziek en 84, maar nog lang niet een dwaas.

Geachte minister, als u komt, mijn luier is te groot,

De passende broekjes zijn te duur, en deze is makkelijk voor personeeel.

Ik betaal toch maandelijks mijn zorgpremie, doe dat al mijn leven lang.

Ben een mens, en zie en merk wat er gebeurd.

Geachte minister, er zijn ook lieve mensen, met hart voor de zorg.

Hen wil ik niet benadelen, ze krijgen weinig loon, verdienen goud.

Sneeuwen onder in regel en wetgeving, hiërarchienog maar te zwijgen.

Ze verdienen een standbeeld, ben hen eeuwig dankbaar.

Maar er zijn er ook, die moeten voor het geld

Geachte minister, neem mij bij de hand, en laat deze niet los.

Een verbinding naar velen die net als ik verkeren.

Geachte minister, men haalde mijn spullen weg,

die ik niet mocht en kon gebruiken.

Er was geen passend kussen voor niet een van mijn stoelen.

Heb geen vel meer om te zitten.

Nu heb ik medicijnen waarvan mijn wettelijkvertegenwoordiger mijn kind,

het overzicht niet kreeg, terwijl ik hulp nodig had, en die alles voor me doet.

Mijn steun en toeverlaat.

Geachte minister, ik smeek, bid, vraag u om hulp.

Een paar minuten van uw tijd.

Bewoner verpleeghuis.Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Een hand die vraagt om vertrouwen en hulp.

U ziet mij niet wanneer ik dagelijks in mijn stoel 3 hoog,

de wereld aanschouwen moet vanachter mijn raam.

Maar ook ik ben een mens met een leven achter zich.

Ook ik ben en mens met liefde en gevoel.

Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Heb angst en wil naar huis, ben ziek en vraag om hulp.

Een gevallen mens, die gevonden moest worden

toen ik al tijden op de grond lag.

Men niet wist hoe lang, ik was zo koud.

Geachte minister, neem mijn hand.

Heb veel vrienden en familie verloren, maar heb mijn kind,

mijn grote steun en toeverlaat.

Die voor en met mij handeld als ik ziek ben,

geen arts het nodig acht te komen.

Waar ik mijn gevoelens kan uiten, mijn angsten kan bespreken,

lief en leed kan delen.

Geachte minister, neem mijn hand.

Jaren geleden was ik ziek, kreeg ik stempel, uitbehandeld,

eindstadium dementie.

Had longonsteking wilde medicijen en beter worden.

Nu nog steeds ben ik hier.

Ik betaalde mijn eigen toiletpapier verpleeghuis,

overzicht boodschappengeld krijg ik niet.

Sinds mijn dochter voor me wast heb ik schonen kleren aan, en hoef ik niet in jogging pak.

Mag ik kiezen wat ik dragen wil.

Geachte minister houd nog vast mijn hand.

Ik vraag nog wat van u tijd.

Ben ongelukkig wil hier weg, als het niet anders kan er elders geen plek dan mag ik weer naar huis.

Wil dat u weet hoe het gaat in de zorg.

Ben inmiddels een nummer die zijn tijd heeft gehad.

Geachte minister laat nog niet los mijn hand.

De tafels hier zijn zo hoog.

Maar nu ze mijn steun en toeverlaat betichten van ouderenmishandeling omdat diegene voor me op komt en zaken belicht

en aan de kaak stelt, gaat te ver.

Ik draai met al mijn kracht de tafel om met de poten omhoog, zodat ieder kan zien wat eronder zit.

Geachte minister, ik smeek u om hulp

Kom bij me langs, neem tijd voor mij, die er nu vaak niet is.

Wil hier weg, voel me niet op mijn plek, hierachter het raam.

Niet alles kan ik vertellen, en ja ben soms wat in de war.

Maar ben ziek en 84, maar nog lang niet een dwaas.

Geachte minister, als u komt, mijn luier is te groot,

De passende broekjes zijn te duur, en deze is makkelijk voor personeeel.

Ik betaal toch maandelijks mijn zorgpremie, doe dat al mijn leven lang.

Ben een mens, en zie en merk wat er gebeurd.

Geachte minister, er zijn ook lieve mensen, met hart voor de zorg.

Hen wil ik niet benadelen, ze krijgen weinig loon, verdienen goud.

Sneeuwen onder in regel en wetgeving, hiërarchienog maar te zwijgen.

Ze verdienen een standbeeld, ben hen eeuwig dankbaar.

Maar er zijn er ook, die moeten voor het geld

Geachte minister, neem mij bij de hand, en laat deze niet los.

Een verbinding naar velen die net als ik verkeren.

Geachte minister, men haalde mijn spullen weg,

die ik niet mocht en kon gebruiken.

Er was geen passend kussen voor niet een van mijn stoelen.

Heb geen vel meer om te zitten.

Nu heb ik medicijnen waarvan mijn wettelijkvertegenwoordiger mijn kind,

het overzicht niet kreeg, terwijl ik hulp nodig had, en die alles voor me doet.

Mijn steun en toeverlaat.

Geachte minister, ik smeek, bid, vraag u om hulp.

Een paar minuten van uw tijd.

Bewoner verpleeghuis.Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Een hand die vraagt om vertrouwen en hulp.

U ziet mij niet wanneer ik dagelijks in mijn stoel 3 hoog,

de wereld aanschouwen moet vanachter mijn raam.

Maar ook ik ben een mens met een leven achter zich.

Ook ik ben en mens met liefde en gevoel.

Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Heb angst en wil naar huis, ben ziek en vraag om hulp.

Een gevallen mens, die gevonden moest worden

toen ik al tijden op de grond lag.

Men niet wist hoe lang, ik was zo koud.

Geachte minister, neem mijn hand.

Heb veel vrienden en familie verloren, maar heb mijn kind,

mijn grote steun en toeverlaat.

Die voor en met mij handeld als ik ziek ben,

geen arts het nodig acht te komen.

Waar ik mijn gevoelens kan uiten, mijn angsten kan bespreken,

lief en leed kan delen.

Geachte minister, neem mijn hand.

Jaren geleden was ik ziek, kreeg ik stempel, uitbehandeld,

eindstadium dementie.

Had longonsteking wilde medicijen en beter worden.

Nu nog steeds ben ik hier.

Ik betaalde mijn eigen toiletpapier verpleeghuis,

overzicht boodschappengeld krijg ik niet.

Sinds mijn dochter voor me wast heb ik schonen kleren aan, en hoef ik niet in jogging pak.

Mag ik kiezen wat ik dragen wil.

Geachte minister houd nog vast mijn hand.

Ik vraag nog wat van u tijd.

Ben ongelukkig wil hier weg, als het niet anders kan er elders geen plek dan mag ik weer naar huis.

Wil dat u weet hoe het gaat in de zorg.

Ben inmiddels een nummer die zijn tijd heeft gehad.

Geachte minister laat nog niet los mijn hand.

De tafels hier zijn zo hoog.

Maar nu ze mijn steun en toeverlaat betichten van ouderenmishandeling omdat diegene voor me op komt en zaken belicht

en aan de kaak stelt, gaat te ver.

Ik draai met al mijn kracht de tafel om met de poten omhoog, zodat ieder kan zien wat eronder zit.

Geachte minister, ik smeek u om hulp

Kom bij me langs, neem tijd voor mij, die er nu vaak niet is.

Wil hier weg, voel me niet op mijn plek, hierachter het raam.

Niet alles kan ik vertellen, en ja ben soms wat in de war.

Maar ben ziek en 84, maar nog lang niet een dwaas.

Geachte minister, als u komt, mijn luier is te groot,

De passende broekjes zijn te duur, en deze is makkelijk voor personeeel.

Ik betaal toch maandelijks mijn zorgpremie, doe dat al mijn leven lang.

Ben een mens, en zie en merk wat er gebeurd.

Geachte minister, er zijn ook lieve mensen, met hart voor de zorg.

Hen wil ik niet benadelen, ze krijgen weinig loon, verdienen goud.

Sneeuwen onder in regel en wetgeving, hiërarchienog maar te zwijgen.

Ze verdienen een standbeeld, ben hen eeuwig dankbaar.

Maar er zijn er ook, die moeten voor het geld

Geachte minister, neem mij bij de hand, en laat deze niet los.

Een verbinding naar velen die net als ik verkeren.

Geachte minister, men haalde mijn spullen weg,

die ik niet mocht en kon gebruiken.

Er was geen passend kussen voor niet een van mijn stoelen.

Heb geen vel meer om te zitten.

Nu heb ik medicijnen waarvan mijn wettelijkvertegenwoordiger mijn kind,

het overzicht niet kreeg, terwijl ik hulp nodig had, en die alles voor me doet.

Mijn steun en toeverlaat.

Geachte minister, ik smeek, bid, vraag u om hulp.

Een paar minuten van uw tijd.

Bewoner verpleeghuis.Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Een hand die vraagt om vertrouwen en hulp.

U ziet mij niet wanneer ik dagelijks in mijn stoel 3 hoog,

de wereld aanschouwen moet vanachter mijn raam.

Maar ook ik ben een mens met een leven achter zich.

Ook ik ben en mens met liefde en gevoel.

Geachte minister, ik reik u mijn hand.

Heb angst en wil naar huis, ben ziek en vraag om hulp.

Een gevallen mens, die gevonden moest worden

toen ik al tijden op de grond lag.

Men niet wist hoe lang, ik was zo koud.

Geachte minister, neem mijn hand.

Heb veel vrienden en familie verloren, maar heb mijn kind,

mijn grote steun en toeverlaat.

Die voor en met mij handeld als ik ziek ben,

geen arts het nodig acht te komen.

Waar ik mijn gevoelens kan uiten, mijn angsten kan bespreken,

lief en leed kan delen.

Geachte minister, neem mijn hand.

Jaren geleden was ik ziek, kreeg ik stempel, uitbehandeld,

eindstadium dementie.

Had longonsteking wilde medicijen en beter worden.

Nu nog steeds ben ik hier.

Ik betaalde mijn eigen toiletpapier verpleeghuis,

overzicht boodschappengeld krijg ik niet.

Sinds mijn dochter voor me wast heb ik schonen kleren aan, en hoef ik niet in jogging pak.

Mag ik kiezen wat ik dragen wil.

Geachte minister houd nog vast mijn hand.

Ik vraag nog wat van u tijd.

Ben ongelukkig wil hier weg, als het niet anders kan er elders geen plek dan mag ik weer naar huis.

Wil dat u weet hoe het gaat in de zorg.

Ben inmiddels een nummer die zijn tijd heeft gehad.

Geachte minister laat nog niet los mijn hand.

De tafels hier zijn zo hoog.

Maar nu ze mijn steun en toeverlaat betichten van ouderenmishandeling omdat diegene voor me op komt en zaken belicht

en aan de kaak stelt, gaat te ver.

Ik draai met al mijn kracht de tafel om met de poten omhoog, zodat ieder kan zien wat eronder zit.

Geachte minister, ik smeek u om hulp

Kom bij me langs, neem tijd voor mij, die er nu vaak niet is.

Wil hier weg, voel me niet op mijn plek, hierachter het raam.

Niet alles kan ik vertellen, en ja ben soms wat in de war.

Maar ben ziek en 84, maar nog lang niet een dwaas.

Geachte minister, als u komt, mijn luier is te groot,

De passende broekjes zijn te duur, en deze is makkelijk voor personeeel.

Ik betaal toch maandelijks mijn zorgpremie, doe dat al mijn leven lang.

Ben een mens, en zie en merk wat er gebeurd.

Geachte minister, er zijn ook lieve mensen, met hart voor de zorg.

Hen wil ik niet benadelen, ze krijgen weinig loon, verdienen goud.

Sneeuwen onder in regel en wetgeving, hiërarchienog maar te zwijgen.

Ze verdienen een standbeeld, ben hen eeuwig dankbaar.

Maar er zijn er ook, die moeten voor het geld

Geachte minister, neem mij bij de hand, en laat deze niet los.

Een verbinding naar velen die net als ik verkeren.

Geachte minister, men haalde mijn spullen weg,

die ik niet mocht en kon gebruiken.

Er was geen passend kussen voor niet een van mijn stoelen.

Heb geen vel meer om te zitten.

Nu heb ik medicijnen waarvan mijn wettelijkvertegenwoordiger mijn kind,

het overzicht niet kreeg, terwijl ik hulp nodig had, en die alles voor me doet.

Mijn steun en toeverlaat.

Geachte minister, ik smeek, bid, vraag u om hulp.

Een paar minuten van uw tijd.

Bewoner verpleeghuis.

©2016 Opa Vrolijk
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin